Toespraak onthulling herdenkingssteen Strosteeg 29

Welkom dames en heren,

De afgelopen jaren hebben wij ons als geveltekenfonds bezig gehouden met het restaureren en herplaatsen van een aantal gevelstenen. In het afgelopen jaar waren de Fortuijn op de Zeedijk en de Zwarte Leeuw op de Neude twee geslaagde projecten, waarin we samen met andere partijen als de restaurator, de eigenaar en de gemeentedeskundigen meedachten over hoe de steen opgeknapt moest worden en waar hij het beste in het pand geplaatst kon worden. Op de Zeedijk is een geheel nieuw pand gebouwd, maar op de Neude stond een pand met een gevel uit begin twintigste eeuw. De Zwarte Leeuw hoorde wel op die plek maar was na die verbouwing uit 1903 aan een omzwerving van meer dan een eeuw begonnen. Uiteindelijk is het toch gelukt een geschikte plek te vinden en schittert de steen vooral ’s avonds, als hij verlicht wordt, heel mooi boven Café de Beurs.

Naast het restaureren van oude stenen houden we ons ook bezig met het maken van replica’s. Een paar jaar geleden hebben we de indrukwekkende geveltekens van het Israelitisch weeshuis, die in de oorlog verdwenen waren, na laten maken. En vandaag onthullen we ook een replica van een oude gevelsteen.

Begin achttiende eeuw werden in de omgeving van de Springweg twee banderoles geplaatst, die beiden naar historische gebeurtenissen verwezen. De historicus Nicolaas van der Monde maakte in 1840 tekeningetjes van die twee banderoles. Maar nadien verdwenen ze.
De herdenking van 300 jaar Vrede van Utrecht was in 2013 een goede aanleiding om een van die twee na te maken. De gemeente Utrecht nam dat hele project op zich. De gemeente wilde zelf al ergens in de stad een gedenksteen plaatsen, maar had er nog geen goede plek voor gevonden, dus toen het geveltekenfonds met het plan aankwam, viel dat in zeer goede aarde en eind 2013 kon de steen in de Brandstraat onthuld worden.
Die tweede banderol uit het begin van de achttiende eeuw bleef in mijn achterhoofd zitten. het betrof een steen uit 1717 die 200 jaar reformatie herdacht. Dus toen de herdenking van 500 jaar reformatie dichterbij kwam, nam ik weer contact met de gemeente op, maar ditmaal ving ik bot. Kennelijk vond men deze banderol te uitgesproken aan  één gezinte gebonden of was het geld gewoon op. Hoe dan ook, we moesten op zoek naar andere fondsen. Gelukkig was Geert Procee, die koster van de Lutherse kerk is en die ook zeer goed op de hoogte van de geschiedenis van de Utrechtse Lutheranen is, enthousiast over het plan en attendeerde hij ons op een aantal Lutherse en andere fondsen, die inderdaad hebben meegedaan. Ik dank graag het Elise mathildefonds, KfHeinfonds, het Luthers Diaokenessenhuisfonds, het UMF, de Constructieve en een aantal particulieren voor hun bijdragen.
Al met al bleef het toch spannend of het benodigde geld bij elkaar zou komen en zo was het al half september voordat eindelijk groen licht gegeven kon worden en beeldhouwer Ruud van de Vliet stappen kon ondernemen om de steen te bestellen. Inmiddels had ik al vrolijk in het Tijdschrift Oud-Utrecht aangekondigd dat de banderol vandaag onthuld zou worden, dus u kunt zich voorstellen dat ik het toch enigszins benauwd kreeg of het allemaal wel op tijd klaar zou komen. Maar binnen no-time heeft Ruud een prachtige steen gefabriceerd die hij na overleg met mij voorzien heeft van sprekende kleuren. De originele steen zal er vermoedelijk veel bescheidener hebben uitgezien en het is ook de vraag of Luther te spreken zou zijn geweest over het gebruik van goud op de steen, maar ja dat krijg je ervan als katholieken zich met een lutherse steen gaan bemoeien. De kleuren rood en blauw hebben we ontleend aan de kleuren die bij de tentoonstelling over Luther in het Catharijneconvent zijn gebruikt. Die keuze is vermoedelijk weer gebaseerd op een portret dat Cranach van Luther maakte en waarin deze kleuren voorkomen.

Nog even iets over de schuilkerk die in de Strosteeg stond. Zoals bekend werd het de katholieken en Lutheranen in Utrecht oogluikend toegestaan hun geloof te belijden. Maar ze moesten dat wel doen in kerken die in achterafgelegen straatjes stonden. De katholieken hadden onder meer rondom de Mariaplaats diverse gebouwen en toevalligerwijze stond deze Lutherse schuilkerk daar vlakbij.
De eerste Lutherse schuilkerk stond vanaf 1612 trouwens enige tientallen meters verderop, achter het huis de Olifant aan de Lijnmarkt. Daar liep een steegje naar de Visschersteeg, dat als bijnaam “het Lutherse gangetje’ kreeg.
Tussen 1620 en 1624 werden twee woningen hier in de Strosteeg tot een nieuwe schuilkerk verbouwd. Die woningen stond ongeveer op de hoogte waar nu de steen zit, maar dan wat zuidelijker, op de plek waar de parkeergarage staat.Het had heel wat voeten in aarde voordat de kerk geopend kon worden, omdat het stadsbestuur flink tegenwerkte en zelfs gebood dat de huisjes weer in de oude staat zouden worden hersteld. Er werd met een boete van 300 gulden gedreigd en de deurwaarder werd erop af gestuurd. De belijders van de Augsburgse confessie moesten maar in hun oude schuilkerk blijven zitten, maar daarin was volgens een tijdgenoot ‘de pest’ gekomen dus de Lutheranen bleven wrikken. Ze haalden zelfs de ambassadeur van Denemarken in Nederland over om hun wens te ondersteunen, maar het stadbestuur was van die actie bepaald niet gediend en verbood de Lutheranen nogmaals zoiets te proberen. Toch kregen de Lutheranen uiteindelijk hun zin  en in 1624 konden ze hun nieuwe kerk hier in de strosteeg betrekken. Jammer genoeg is er geen afbeelding van die kerk bekend. Het moet een behoorlijk gebouw geweest zijn, want er konden enige honderden mensen in. Met kerstmis 1650 waren er zelfs 400 avondmaalsgangers. In het notulenboek van de Lutherse gemeente worden diverse schenkingen aan de kerk vermeld. Zo schonk eind 1716 ene Barend van Bekom geld voor een nieuw orgel aan de kerk. Ik vermoed dat er van deze schenking wat geld overbleef, waarvan toen de gevelsteen die 200 jaar reformatie herdacht, is betaald. In het notulenboek staat weliswaar niets over de gevelsteen vermeld, maar wel is er op 31 oktober 1717 een proclamatie opgeschreven, waarin verteld wordt dat die dag het begin van de reformatie feestelijk is herdacht met maar liefst drie predicatieën.  Toen de steen werd geplaatst was de kerk alweer behoorlijk aan het vervallen en korte tijd later besloot men uit te zien naar een andere kerk. Uiteindelijk werd in 1745 het huidige kerkgebouw aan de Hamburgerstraat betrokken.
De steen werd niet meegenomen en zo kon Nicolaas van de Monde deze in 1840 nog als laatste overblijfsel van de Lutherse schuilkerk in een muur in de Strosteeg aantreffen.
In de zeventiende eeuw en het begin van de achttiende eeuw was er hier niet alleen een lutherse kerk gevestigd, maar er stond ook een eigen schooltje en de dominee en schoolmeester woonden achter en naast de kerk en school. Ook verschillende lutherse families die vanuit Duitsland naar Nederland kwamen, gingen in de buurt van het kerkje wonen. Met de schildersfamilie Grolman hebben ik en mijn vrouw ons uitvoerig bezig gehouden en de stamvader van juist deze Lutherse familie vestigde zich begin achttiende eeuw na zijn komst uit Duitsland ook vlak bij zijn kerk in de Putsteeg.

Paul Krijnen, secretaris UGTF
31-10-2017