Historie van de geveltekens
Geveltekens vind je, zoals het woord al zegt, in de gevel van een gebouw. Meestal zijn het tamelijk kleine vierkante of langwerpige stenen met een reliëf. Stenen met een tekst of een wapen hadden nogal eens de vorm van een cartouche (omrankt schild) of schild. Omdat ze vaak met felle kleuren beschilderd waren, vormden en vormen zij een levendig detail in het straatbeeld. Meestal zaten zij boven een poort of een deur. De stenen werden aanvankelijk door ambachtslieden, gemaakt van Bentheimer zandsteen of Limburgse of Franse kalksteen. Soms kwam er ook een ook < een officiële beeldhouwer aan te pas. < Veel later werd er ook wel cement gebruikt. De verscheidenheid in stenen werd zo groot dat er zelfs een indeling gemaakt kan worden: zo had je gedenkstenen (n.a.v. eerste steenlegging), wapenstenen, naamstenen, aanduidingsstenen (die ambachten of beroepen aangaven) en sluitstenen.
De stenen werden in de loop van de tijd steeds kleurrijker. Zo is er De Rode Leeuw, de Zwarte Adelaar, de het Gouden Hert, de Vergulde Stoel etc. (om verdubbeling tegen te gaan werd er nog wel eens een kroon boven gezet b.v de Gekroonde Hamer)
Omdat in de Middeleeuwen de huizen voor het grootste deel van hout waren was aanvankelijk voor een bedrijf of een herberg een uithangbord bij uitstek het middel om een huis te onderscheiden. Het bord verwees vooral naar het beroep van de eigenaar of de functie van het pand: zo hing de gaper of de vijzel uit bij apotheken en de stok met rode en witte band bij de kappers (de zogeheten barbierspaal; barbiers mochten aderlaten en bloedzuigers zetten). Bij pandjeshuizen hingen drie bollen uit (het teken van de Lombarden, die het bankwezen min of meer hebben uitgevonden en vanaf de 12de eeuw zich over Europa verspreidden). Een krakeling hing bij een bakker uit en een ossenkop bij een slachthuis etc.
Deze uithangborden waren vaak gemaakt van smeedijzer in de vorm van een rechthoekig bord of van een schild. De meeste uithangborden zijn in de loop van de tijd verloren gegaan. Daarnaast hadden de Middeleeuwse houten huizen hadden vaak luifels, waar niet alleen de uithangborden aanhingen maar waarop ook een afbeelding geschilderd stond.
Sinds eind 14de eeuw werd er papier geproduceerd. Het betekende dat niet alleen boeken een wijdverspreid verschijnsel werd, maar ook dat er al snel veel brieven werden verstuur -persoonlijke, zakelijke en politieke- en iedere publieke instelling zelfs zijn eigen bode kreeg. Een volledig postwezen kwam op gang. Het was voor de bodes van belang geen vergissingen te maken en de huizen moesten duidelijk te onderscheiden zijn.
Nu waren de steden tijdens de Middeleeuwen nog betrekkelijk klein en overzichtelijk. Maar eind 16de eeuw, begin 17de eeuw vond er een economische opbloei in de noordelijke Nederlanden plaats. Door de vele oorlogen waren talloze mensen uit onder meer de Zuidelijke Nederlanden, naar onze streken getrokken en groeiden de steden zo snel dat door de economische opleving de behoefte aan herkenning van met name de pakhuizen, handelskantoren en gildehuizen sterk toenam. Mede door de toegenomen welvaart vond er een versnelde verstening van de stad plaats. De overgang van houten huizen, die zeer brandgevoelig waren, naar stenen huizen maakte de toepassing van gevelstenen aantrekkelijk. De dwars op de gevel uitstekende uithangborden belemmerden bovendien het sterk toegenomen lokale vrachtverkeer, dat met hoog opgetaste karren en wagens door de stad ratelde. Daarbij stootten de koetsiers die hoog op de bok zaten vaak hun hoofd aan de borden. De vele uithangborden werden, mede daarom, de stadsbesturen een doorn in het oog en ze gingen er belasting (precario-recht) op heffen. Dit alles leidde ertoe dat de vlak in de gevel aangebrachte gevelsteen meer en meer in zwang kwamen.
Dit bleef zo tot de Franse tijd, Maar toen Napoleon huisnummering invoerde, betekende dit een van de voornaamste oorzaken van de teloorgang van de gevelsteen.
Veel gevelstenen zijn vanaf midden 19de eeuw verloren gegaan door veranderingen die in de stad plaatsvonden. In die tijd werden veel huizen en oude verdedigingswerken van de stad afgebroken om plaats te maken voor groen, bredere straten en nieuwe woningen.