Op het Academiegebouw zijn medaillons met reliëfportretten aangebracht. Het gebouw is een geschenk van de Utrechtse bevolking aan de universiteit van Utrecht, ter gelegenheid van het tweehondervijftig-jarig bestaan.
Het werd in 1891 ontworpen door de architecten E. Gugel, F.J. van Nieuwenhuis en C. Vermeys.
De rijkversierde neorenaissance-gevel, naar ontwerp van Gugel, toont tien medaillons met reliëfportretten van beroemde Utrechtse hoogleraren. Hun namen zijn aangegeven op cartouches in het fries van de kordonlijst: BUYS BALLOT, DONDERs, VOETUS, MATTHAEUS, STRATENUS, DRAKENBORCH, VAN HEUSDE, HERINGA, MULDER, HOLTIUS.
De modellen voor deze portretten zijn, evenals dat van de kop van Athene boven de ingang, ontworpen door E. Lacomblé uit Delft en uitgevoerd E.A.F.Bourgenon.
Allerlei onderdelen zijn afkomstig uit het atelier van Friedrich Wilhelm Mengelberg, zoals in het avant-corps de allegorische vrouwen met de wapens van de stad en de provincie Utrecht, het rijkswapen en het academiewapen in de topgevel. Zo-ook de beide wapenleeuwen op de hoek van het portaal van de hoofdingang, met de initialen van koningin Wilhelmina en koningin-regentes Emma.
In de nis boven het grote drielicht bevindt zich een marmeren buste van koningin Wilhelmina, vervaardigd door F. Leenhoff uit Amsterdam. Hierboven staat de jaartalsteen 1892.
Boven de kapitelen van de zuilen van het hoofdportaal zijn twee jaartalstenen aangebracht: links ‘1636’ en rechts ‘1886’. Het jaartal 1636 duidt op het stichtingsjaar van de universiteit, het jaartal 1886 slaat op het tweehonderdvijftig-jarig bestaan. In het fronton is de gehelmde kop van Athene aangebracht, de godin van de wetenschappen.
Boven de ingang staat een tekst van prof. J. van Vliet: NASCITER EX VARIIS RADIIS LUC CANDIDA SOLIS ARTIBUS EX VARIIS UNIVA FAX RADIAT (Het spectrum, veelkleurig gebroken, verbindt zich in het heldere zonlicht, hoe vertakt ook, toch vereend schittert der wetenschap toorts). Een andere vertaling (zie: Latijn in Utrecht/Tommie Hendriks): Geboren wordt uit allerlei stralen het witte licht van de zon, uit allerlei kunsten en wetenschappen straalt één enkele fakkel.
Bij de afgebeelde hoogleraren gaat het om de volgende personen:
* wis-en natuurkundige C.D.H. Buys Ballot (1817-1890);
* geneeskundige F.C. Donders (1818-1889), de grondlegger van het oogheelkundig onderzoek in Utrecht en de bouwer van het fysiologisch laboratorium;
* theoloog G. Voetius (1589-1676);
* rechtsgeleerde A.Matthaeus sr. (1601-1654);
* geneeskundige W. van der Straten (1593-1681), stichter van de geneeskundige kliniek in Utrecht;
* latinist en filosoof A. Drakenborch (1684-1748);
* filosoof Ph. W. van Heusde (1778-1839). stichter van de Socratische school in Utrecht;
* godgeleerde en rector magnificus J. Heringa (1765-1840);
* wis- en natuurkundige G.J. Mulder (1802-1890), grondlegger van het moderne scheikundeonderwijs;
* rechtsgeleerde A.C. Holtius (1786-1861), kenner van het Romeinse recht en het handelsrecht.