”Er is wel wat te vertellen over de riem van Hamburgerstraat 29bis. Het grootste aandeel in het verkrijgen en ophangen heeft zonder meer Johan Leutscher gehad, zoals moge blijken uit onderstaand verhaal. Johan en ik – als wedstrijdroeiers bij Triton – hebben in de jaren 1983-1987 op de Hamburgerstraat gewoond. Johan heeft het uiteindelijk nog geschopt tot de Olympische Spelen van 1988. De derde huisgenoot was Erik Klijn, korte tijd competieteroeier.
De riem hebben we verkregen tijdens een veiling van Triton parafernalia, georganiseerd door de U.S.R. zelf, ergens in het voorjaar van 1983. We hebben de riem bevestigd met spijkers en touwtjes, op de plaats waar hij nu ook zit, als een soort ludieke actie. Na enkele weken was hij dan ook al gestolen. Enige maanden later maakte iemand ons attent op een riem in een kroeg in de Twijnstraat. Het bleek dezelfde riem te zijn. Wij hebben dat de waardin gemeld, maar die zei van niets te weten en het eens na te vragen. Enkele dagen daarna werd er aangebeld. Johan, ruim twee meter lang, roeierspostuur, stond toevallig beneden in de gang en deed meteen de deur open. Hij keek in de dodelijk verschrikte blik van een jonge knaap, die zonder een woord te zeggen de riem tegen de gevel zette, en zich razendsnel uit de voeten maakte.
We hadden de riem terug. Het was nu zaak om hem deugdelijk te bevestigen. Daartoe leken ons de klemmen waarmee verkeersborden bevestigd zijn uitermate geschikt: stevig, duurzaam en overal verkrijgbaar, zij het niet in de vrije handel. Johan heeft toen een aannemer die bezig was met een hoogtewerker aan de andere kant van de straat (het voormalige bisschoppelijke hof) zover gekregen deze klemmen met keilbouten in de muur te zetten en de riem vast te klemmen. Een constructie die het blijkbaar makkelijk decennia uithoudt.
Tot onze verbazing hebben de bewoners na ons niet alleen de riem behouden, maar ook onderhouden. Regelmatig werd de verf en de lak vernieuwd. De riem kwam daarmee in een betere staat dan dat hij in onze tijd ooit is geweest. Ook hoorden wij dat de riem een onderdeel was van een door de VVV georganiseerde vossenjacht of rondleiding voor middelbare scholieren. Nu lezen wij, niet minder tot onze verbazing en maar ook tot onze grote vreugde, dat de riem een beschermd stadsgezicht zou zijn. Een bijzondere uitkomst voor iets wat als grapje is begonnen, maar het geeft de herinnering aan onze prachtige tijd op de Hamburgerstraat nog meer kleur”
(Willem van ‘t Geloof)