Nieuwegracht 24a

Op de gevel staat geschilderd: ‘VAN OUDS IN DEN ENGELENZANG’

De naam verwijst naar de huisnaam De Engelenzang: onder die naam was het huis al in de 17e eeuw bekend.

Onderzoek van Sjoerd de Boer:
De oudste vermelding van het huis is uit 1621 als het wordt aangeduid als “Oostijde der nyeuwe grachte op den hoek vanden Winssensteech, genaamd inden Engelensanck”. De Herenstraat bestond al rond 1350 en had toen al de naam Heerenstraat, naar de ‘heeren van Oud-Munster’ die daar woonden. De winssensteech was een tijdelijke volkse naam. De naam verwijst naar het oude Stichtse geslacht van Winssen die hier in de 15e eeuw woonde. De naam Winssensteeg bleef hangen tot ongeveer het midden van de 17e eeuw, waarna het weer Heerenstraat werd en uiteindelijk Herenstraat. 

De Engelenzang komen we iets later in de archieven weer tegen als Ernst van Wijckersloot daar in 1627 zijn herberg “Den Engelsanck” heeft. De familie Van Wijckersloot was in die tijd een zeer rijke familie die hun vingers in vele brouwerijen en kroegen had. Zo was onder andere brouwerij De Lelie (Oudegracht 296) en brouwerij De Drie Ringeg (bij de Smeebrug) van hen en hadden ze belangen in brouwerij De Boogh (van De Zeven Steegjes).
De katholieke tak van de familie Van Wijckersloot verliest langzaam terrein en rond 1660 komt het pand in handen van de drankenhandelaarsfamilie Van der Horst. Het pand wordt veelvuldig misbruikt als onderpand voor risicovolle ondernemingen. Uiteindelijk gaat het mis. Via via komt het huis terecht bij de familie Oudenallen en Doorn en in 1860 is het uiteindelijke helemaal afgelopen met de drankenhandel op die locatie. Het huis wordt grondig verbouwd en dat is wat er nu nog staat. 

Over de naam zijn een drie verhalen bekend. Dat het genoemd zou zijn naar het vele mooie zingen dat er in de herberg gebeurde, kunnen we denk ik wel snel naar het land der fabelen verwijzen. Of zou het verwijzen naar het gezang dat onder de kroeg gebeurde? Een ander verhaal zegt dat het een verwijzing is naar oude schuilkerk die er zat. De kelders onder de nummer 24 en 26 zijn middeleeuws en waren verbonden. Tijdens het opruimen van een bakkersovers in de kelder van nummer 26 zouden er resten van een schuilkerk zichtbaar geworden zijn. Er is helaas geen bewijs bewaard gebleven. Wellicht is er ook nog een link met het laatste verhaal. De naam zou komen van het gezang vanaf het oude Jeruzalemklooster dat tegenover het huis stond in de Herenstraat.

Tegenover het huis, aan nummer 38, bevindt zich een lantaarconsole die “De Engelzang” genoemd is. De lantaarconsole is gemaakt door Kees Groeneveld en is geplaatst in de jaren 60.

Geveltekens in de buurt