Het pand werd gebouwd als Huis van de Arbeid, voor het Rooms Katholieke Werkliedenverbond en zusterorganisaties (een eigen bank en verzekeringsmaatschappij voor katholieke arbeiders). Het gebouw werd ontworpen door de broers Herman (1903-1981) en Evert Kraaijvanger (1899-1978) en geopend in 1940.
De vier tegeltableaus werden ontworpen door Adriaan van der Plas (1899-1974), uitgevoerd door Russell-Tiglia in Tegelen. De tegeltableaus aan het Huis van de Arbeid zitten tussen de ramen van de verdiepingen aan de uiteinden van de voorgevel. Ze bestaan elk uit 24 tegels en zijn ongeveer twee meter breed.
Bron: Arjan den Boer, Kunst aan gebouwen: tegels met diepte aan de Oudenoord. In: DUIC, 25-6-2018
1. Het tableau linksboven verbeeldt het verzekeringswezen of de tijd. Het verwijst naar de katholieke verzekeringsmaatschappij Concordia die hier gevestigd was en die vooral levensverzekeringen aanbood. Centraal staat een man met een zandloper die het verstrijken van de tijd en de kortstondigheid van het leven symboliseert. Daaromheen zon en wolken die het wisselen der seizoenen, dan wel goede en slechte tijden weergeven.
2. Het tableau linksonder is een tegelreliëf over gezondheidszorg of zorgzaamheid. Het toont een vrouw die een vrucht aanreikt aan een kind (met knuffel onder de arm). De vrouw, met hoofddoek, is waarschijnlijk een zuster (verpleegster).
3. Het tableau rechtsboven verbeeldt de arbeid of industrie. Achter de arbeider, rustend op zijn gereedschap, staat een groot tandwiel met aan de horizon rokende fabrieksschoorstenen. Rechts varen zeeschepen uit om grondstoffen te halen of goederen te exporteren.
4. in het tableau rechtsonder stopt een vrouw een munt in een spaarpot als teken van spaarzaamheid. Ze wordt omringd door vlijtige voorbeelden uit de natuur: een bijenkorf en vogels die hun nestje bouwen. Dit tableau verwijst naar de Centrale Volksbank die ook in het Huis van de Arbeid zat.
Boven de ingang bevindt zich een zandstenen fries met een afbeelding van een bonte stoet arbeiders, ontworpen door Albert Termote (1887-1978).